Nederlandse Natuurkundige Vereniging

De vakverenigingen voor (het onderwijs in) de natuurwetenschappen maken zich grote zorgen om de reductie van de ontwerpruimte voor natuurkunde en biologie. In een brief aan de ministers Robbert Dijkgraaf en Mariëtte Paul van onderwijs schrijven NNV, KNCV, NIBI, Vereniging NLT en NVON dat de voorgenomen inkrimping van de tijd voor natuurkundeonderwijs op havo en vwo leidt tot grote onrust bij leraren en vervolgopleidingen en dat ze met de minister in gesprek willen. Ook een groep van voormalige Natuurkundedocenten van het Jaar slaat alarm.

De vakverenigingen vinden de keuze om in het onderwijscurriculum meer ruimte te geven aan burgerschap en digitale geletterdheid begrijpelijk, maar stellen dat de juist profielvakken daar geschikt voor zijn: “Een belangrijk aspect van burgerschap is wetenschappelijke geletterdheid. In actuele thema’s als klimaat, stikstof, duurzame ontwikkeling, volksgezondheid en energietransitie is kennis over de onderliggende wetenschap en haar methodes, zoals het werken met modellen, essentieel.”

Ze krijgen steun van de 4TU universiteiten, ondersteund door de decanen van alle bèta­faculteiten, die al eerder hebben gewezen op de negatieve effecten die de zogeheten verkleining ontwerpruimte voor natuurkunde en biologie heeft op de voorbereiding van leerlingen op een studie in natuurwetenschap of technologie.

Natuurkundedocenten van het Jaar

Ook de Natuurkundedocenten van het Jaar slaan alarm in een open brief aan de minsters. Ze wijzen erop dat door de plannen het aantal uren voor natuurkundeles op het vwo met 18 procent omlaag gaat en bij de havo zelfs met 30 procent.

Volgens de docenten zijn de inhoud en kwaliteit van het natuurkundeonderwijs op de middelbare school en de aansluiting op het vervolgonderwijs in het geding. De plannen voor de curriculumvernieuwing van het voortgezet onderwijs, zo schrijven ze, zijn "tegenstrijdig met de constatering dat wij, als samenleving, voor enorme uitdagingen staan, die wetenschappelijk en technologisch van aard zijn. Denk aan de energietransitie, de stikstofproblematiek, de uitdagingen rondom klimaatverandering, de voedingsindustrie en het draaiend houden van onze gezondheidszorg. Er zijn veel innovaties nodig voor deze maatschappelijke vraagstukken van vandaag en morgen. En om deze uitdagingen het hoofd te kunnen bieden heeft de arbeidsmarkt de komende jaren juist veel creatieve, goed opgeleide technische mensen nodig. Van de kundige en gemotiveerde mbo-professional tot aan de Nobelprijswinnaars van de toekomst. Mensen die beschikken over een probleemoplossend vermogen, die getraind zijn in het uitvoeren van goed onderzoek, die analytisch sterk zijn en wetenschappelijk onderlegd, zowel binnen als buiten het gebied van de natuurkunde. Mensen met een kritische en innovatieve blik. En natuurkunde is bij uitstek het vak waarin leerlingen deze kennis en vaardigheden aangeleerd krijgen."

De docenten willen van de ministers weten hoe de kwaliteit en het niveau van het natuurkundeonderwijs geborgd wordt na invoering van deze curriculumvernieuwing, en hoe de voorziene afname in het natuurkundeonderwijs past in de maatschappelijke roep om en noodzaak voor meer technisch opgeleide mensen. De brief van de docenten is hier te lezen.

De verkiezing van de natuurkundedocent van het jaar is een initiatief van de NNV.

(illustratie brgfx by freepik)